Hoe overbezorgdheid het zelfvertrouwen kapot maakt

 

Van de woorden “pas op” en “kijk uit” kan je kind bang of juist roekeloos worden. Hoe komt dat en wat kan je wel zeggen? In deze blog geef ik mijn visie op zelfredzaamheid en hoe je je kind kan uitnodigen om meer bewust te worden van zichzelf en de wereld om zich heen. Juist door niet te onnodig vaak te waarschuwen, maar de regie bij het kind te laten en je kind toch bewust te maken van die hete pan bijvoorbeeld.

 

Wat is zelfredzaamheid?

Als eerste is het misschien goed om de betekenis van zelfredzaamheid helder te hebben. Dan kunnen daar geen misverstanden meer ontstaan.

Betekenis van zelfredzaam bij een kind: Een kind dat de eigen regie neemt en vol zelfvertrouwen is in zijn eigen kunnen. Letterlijk: Hij kan zichzelf redden. Een kind dat je niet hoeft te waarschuwen voor ongelukken, omdat die zichzelf er uit weet te redden of wel wat kan hebben. (los van grote ongelukken natuurlijk).

Hoe zit het dan met kinderen?

Nu kwalificeren wij kinderen vaak als wezens die zichzelf niet kunnen redden omdat ze nog erg afhankelijk zijn. Dat is tot op zekere hoogte natuurlijk waar, maar peuters en kleuters kunnen vaak veel meer dan je denkt. Toch zijn ouders tegenwoordig meer overbeschermend dan vroeger. Misschien omdat we meer bewust zijn van het gevaar? Het is natuurlijk drukker geworden op straat en zomaar een buurvrouw die een oogje in het zeil houdt is niet meer zo gewoon als vroeger. Dus ik kan dat heel goed snappen, maar ik merk dat deze angst ook omhoog komt op het moment dat het niet nodig is. We kunnen kinderen simpelweg niet voor alles behoeden. We kunnen ze hooguit de weg wijzen en dan is het aan hen om dat advies aan te nemen.

“We kunnen kinderen niet voor alles behoeden en dat is oke”

Laat een kind maar verlangen

Het is heel simpel. Als een kind niet kan klimmen op een klimrek, kan die er ook niet vanaf vallen en hoef je niet “Kijk uit, Ga weg bij die rand” te roepen. Een kind dat zelfstandig op het klimrek kan klimmen, kan er ook zelf vanaf komen en is meer bewust van de hoogte.

Kinderen doen elkaar na en als een peuter een kleuter ziet klimmen, wil die dat ook doen, ook al kan die het nog niet. Ik las ooit een pedagogisch boek (ben de titel even kwijt) waarin de KDV-leidster zei (iets in deze strekking) ”Laat een kind maar verlangen”. Hierdoor ontstaat de innerlijke drang om ook te klimmen en goed te kijken hoe de andere kindjes het doen. Door te verlangen en te kijken leren kinderen hoe het moet. En als hun lichaam en motoriek hier aan toe is, zijn ze er klaar voor en kunnen ze ZELF op het klimrek klimmen.

 

Frustratie leidt tot actie

Een peuter die graag ergens op wil, maar niet zelf kan, heeft jouw hulp nodig om zijn wens te vervullen. Als jij hierin weigert zal dit tot frustratie leiden en kan je peuter boos worden of gaan huilen. Niet altijd fijn, maar het leven is ook niet altijd fijn. Ik denk dat dit een goede manier is om gevaarlijke situaties te voorkomen. Hierdoor wordt je kind niet afhankelijk en de frustratie leidt vaak tot doorzettingsvermogen. Plus dat een kind meteen leert dat je soms in het leven moet wachten en dat je niet altijd je zin krijgt. Peuters die heel graag willen klimmen, maar dit nog niet kunnen, zullen heel goed kijken en dit oefenen, totdat het lukt! Het mooie is dat je kind dit puur op eigen kracht doet, stapje voor stapje. Hoe snel was je peuter zelf gaan klimmen, als jij hem elke keer op het klimrek had getild?

“Het is heel simpel. Als een kind niet kan klimmen op een klimrek, kan die er ook niet vanaf vallen”

Wat gebeurt er als je (onnodig) veel “Pas op!”en “Kijk uit!” zegt?

Als je dit veel zegt, kunnen kinderen voorzichtig worden en hun eigen spel uit de weg gaan. Dit doet geen goed voor het zelfvertrouwen en zelfredzaamheid. Kinderen kunnen angstig worden en op eieren gaan lopen. Dit maakt dat zij hun eigen natuurlijke drive om te ontdekken uit de weg gaan. Ook kan het gevolgen hebben voor de sociale interactie. Kinderen die bang worden van veel waarschuwingen zullen minder snel met andere kindjes spelen, omdat de angst groter is. Dit is natuurlijk niet goed. Door kinderen veel te waarschuwen worden kinderen afhankelijk van jou en gaan ze niet meer op hun eigen kennis, gevoel of inzicht vertrouwen, maar wachten op jouw ‘goedkeuring’.

Of het tegenovergestelde gebeurd. Je kind gaat juist als een kip zonder kop overal op af in de veronderstelling dat jij ze wel terugfluit als het gevaarlijk is. Je kan dus een afwachtend afhankelijk kind krijgen of juist een kind met roekeloos gedrag door extreem veel te waarschuwen.

Door het kind ook zelf te laten ervaren en daarvan te leren maak je jouw kind klaar voor de weg, en niet de weg voor het kind. Jij zal niet altijd naast je kind staan om de symbolische weg glad te strijken en te waarschuwen voor elke steen die uitsteekt. Wel kan je je kind meegeven om zich heen te kijken en te reageren op de situatie. Uiteraard vraagt elke leeftijd weer iets anders. Een kleuter begrijpt beter wat je zegt dan een peuter. Het is dus altijd weer afstemmen in wat het kind nodig heeft. Het ene kind kan je met woorden vertellen wat de situatie is, een ander kind moet heel dicht bij het gevaar komen (met jou) om de dreiging te ervaren.

“Maak je kind klaar voor de weg, niet de weg voor het kind“

Laat je kind zich bewust worden van zichzelf en de wereld om zich heen

Ga ernaast staan en nodig je kind uit. Stimuleer je kind om het zelf te doen en laat hem zelf om zich heen kijken. Je kind mag ervaren dat een blauwe plek voorbij gaat, water diep kan zijn, een boomstam stevig is en iets ander juist wiebelig is. Door het kind zelf te laten ontdekken, behoudt hij/zij eigen regie en ontwikkelt je kind steeds meer zelfvertrouwen in eigen kunnen.

Wat kan je wel zeggen?

Jij als ouder ziet het gevaar soms al van ver aankomen. In plaats van ‘Pas op’ te zeggen kan je bijvoorbeeld dit (suggestie hieronder) zeggen, zodat je kind er bewust van wordt en er zelf naar kan handelen, vragen over kan stellen en bewuste keuze kan maken.

  • Zie je hoe …. die steen wiebelt, en die grote steen stevig is, het daar heel diep is?
  • Probeer…. je voet zachtjes neer te zetten, stevig af te zetten, de tak vast te houden.
  • Kan je horen/zien… hoe de wind waait, het water snel stroomt en de zon schijnt?
  • Gebruik je… handen, voeten, armen.
  • Voel/merk je… hoe heet het vuur is, hoe koud het water is, hoe dichtbij het prikkeldraad is?
  • Ben je… verdrietig, teleurgesteld, blij?

Als die bewuste keuze dan naderhand toch de “verkeerde” blijkt te zijn, dan weet je kind wel waarom het mis ging. Dit is een leermoment

 

Help je kind bewust te worden van de situatie

Jij als ouder kan vaak verder denken. Jij weet dat jouw kind een natte broek heel vervelend vindt en jij nu geen droge broek onderweg bij je hebt. Je ziet daarom al het probleem ontstaan bij het spel bij het beekje. In plaats van “doe nou niet, want dan…” of “ kijk uit” te roepen kan je ook dit zeggen:

  • Wat is je plan als je… op die boomstam klim, over het beekje springt?
  • Wat kan er gebeuren als je… naar beneden springt?
  • Wat kan je gebruiken… om over te steken, voor jouw avontuur?
  • Waar wil je… in een boom klimmen, een gat graven?
  • Hoe wil je… naar beneden komen, een vuurtje maken?
  • Wie… helpt je als/is bij jou, komt er nog meer?

Door op deze manier met je kind te communiceren, neem je jouw kind in mee in de situatie. Daar waar jij al problemen ziet aankomen, kan je je kind daar middels een indirect manier op wijzen, zonder dat jij voor je kind beslist wat er moet gebeuren. Dit geeft je kind het gevoel dat die regie heeft over de situatie en is naar mijn idee een manier om het vertrouwen en het zelfredzaamheid te laten groeien.

“Zelfvertrouwen kan je niet kopiëren, dat moet je van binnenuit ontwikkelen”

Zelf ervaren is de beste leerschool

Bedenk dat zelf ervaren van het toch nat worden, vallen, vingers verbranden, vaak de beste leerschool is. Jij als ouder bent er als er getroost moet worden, een bemoedigende knipoog of kus nodig is. Je kan je kind blijven aanmoedigen, ook al gaat het ‘fout’. Uiteraard grijp je in als er groot gevaar dreigt. Laat ik dat toch nog maar even gezegd hebben, maar bij de kleine momenten kan je kinderen echt het ook zelf laten ervaren. Jij bent er om ze onvolwaardige liefde te geven, ook als ze toch op die boomstam zijn geklommen en daardoor zijn gevallen ondanks jouw woorden “zie je dat die boomstam wiebelt….”. Jouw liefde en het durven loslaten maakt dat het zelfvertrouwen van je kind verder van binnenuit groeit

“Zelfvertrouwen kan je niet kopiëren, dat moet je van binnenuit ontwikkelen”

Wil je dit zelfvertrouwen en deze zelfredzaamheid laten groeien bij je kind? Check dan of de Contakids cursus iets voor jullie is. Via oefeningen leer ik ouders het kind uit te nodigen om het zelf te gaan doen. In de les worden er situaties gecreëerd waarbij jij wordt uitgenodigd om je kind te ondersteunen en te vertrouwen dat je kind het zelf kan. De woorden “Pas op” en “Kijk uit!” zal je daarom in de Contakidsles niet horen. Ouders die hun kind meer vertrouwen, krijgen zelf meer rust en laten het vertrouwen bij hun kind nog verder groeien!

 

Geschreven door: Nikki Rasing
Gepubliceerd: augustus 2020

 

 

Geschreven door Nikki op 27 augustus 2020
Deel dit bericht op:
3 redenen voor een onhandige kleuter. Met oplossingen

3 redenen voor een onhandige kleuter. Met oplossingen

3 redenen voor een onhandige kleuter. Met oplossingen Groter praters, kleine denkertjes en cognitieve voorlopers die over hun eigen voeten struikelen en veel blauwe plekken hebben. Niks mis met cognitief voorlopen, maar wel als dat samen gaat met slechte motoriek. In...

Lees meer

0 reacties